Kamp Erika
Oorlog dicht bij huis
Vanaf 1924 werd op de Besthemerberg een Sterkamp gebouwd met kleine houten huisjes en grote houten barakken. Jarenlang werden hier grote bijeenkomsten gehouden onder leiding van de uit India afkomstige geestelijk leider Krishnamurti. Daarna stond het kamp leeg. Totdat de oorlog uitbrak. De Duitse partijfunctionaris Werner Schwier mocht het kamp opnieuw gaan gebruiken. Hij besloot er een gevangenkamp van te maken. De Nederlander Karel Diepgrond kreeg de leiding over het kamp. Kamp Erika, zoals het vanaf toen genoemd werd, stond onder Nederlands gezag. Het waren Nederlanders die hun landgenoten moesten bewaken.
Kamp Erika was een openluchtgevangenis. Vanaf 1942 kwamen er gevangen naar het kamp. De mannen die er opgesloten werden waren veroordeeld omdat ze zwarthandelaar waren, omdat ze distributiebonnen vervalst hadden of omdat ze illegaal geslacht hadden. De gevangenen kwamen per trein aan op station Ommen en liepen naar de poort van kamp Erika. Daar moesten ze urenlang in de houding staan voordat ze kaalgeschoren en geregistreerd werden. Uiteindelijk zaten er zo’n 2.000 gevangenen in Kamp Erika. De omstandigheden waarin ze leefden waren zwaar. Iedere dag werden ze gepest, geslagen of op andere vreselijke manieren gestraft. Veel gevangenen stierven.
Klaas, 1943
Klaas wordt wakker en heeft het koud. Het is september en de nachten worden frisser. Wat als het straks december is? Hij klimt uit zijn hangmat en stommelt wat rond. Ook de andere mannen zijn wakker. Ze kleden zich snel aan en wassen zich bij een van de weinige kranen die buiten staan. Ze moeten op tijd op de appèlplaats te zijn. Ben je te laat, dan moet je ‘grammofoonplaatjes draaien’. Met je linkerhand in je oor en met je rechterhand op de grond moet je rondjes draaien. En wanneer je zo duizelig wordt dat je omvalt, dan slaan ze je wel weer omhoog. Het is hem één keer overkomen, maar liever niet nog een keer. Als ontbijt krijgen ze wat waterige pap. Het helpt weinig tegen de honger. Hij moet aan thuis denken, aan zijn vrouw en kinderen. Hij mist ze steeds meer. Hij vraagt zich nog wel eens af of hij toch niet voor de Duitsers had moeten gaan werken, toen hij die oproep kreeg. Was het dan beter met hem gegaan? Maar gaan werken voor de vijand, dat kon toch niet? Nu zit hij hier en hij heeft geen idee wat er verder gaat gebeuren. Hij hoort dat er gevangenen naar andere kampen gestuurd worden. Hij moet hier voorlopig blijven. Hij moet met andere mannen verderop in Ommen aan het werk.
Klaas, 1943
De mannen wordt bij elkaar gezet, Klaas is een van hen. Twee bewakers lopen met hen mee, de poort uit. Na een half uur stevig doorlopen komen ze in het centrum van Ommen. Er kijkt een vrouw uit het raam. Het doet Klaas denken aan thuis. Wat zou deze vrouw denken wanneer ze hen ziet lopen? Zou ze weten van Kamp Erika? Ze lopen door, richting Witharen, nog een uur te gaan. Daar moeten ze op het land aan het werk. Tijd om uit te rusten krijgen ze niet. De bewakers schreeuwen dat ze voort moeten maken. Klaas pakt een schop en begint te spitten. Het begint zachtjes te regenen. Zijn kleren worden nat. Hij krijgt het koud. Maar er is geen plek om te schuilen, het werk moet af. Wanneer Klaas aan het eind van de dag terugloopt naar kamp Erika zegt hij niets meer. Eenmaal in het kamp zoekt hij zijn barak op. Hij is tot op het bot verkleumd, maar ook in de barak is het koud. Het voelt alsof hij nooit meer warm wordt. Dan worden ze geroepen om te komen eten. Klaas zucht. Het eten is zoals altijd gloeiend heet en ze krijgen een paar minuten om het op te eten. Zijn mond brandt en al heeft hij honger, hij kan maar een paar happen eten. Dan wordt zijn kom weggetrokken door een van de bewakers. Wat er over is van het eten wordt aan de varkens gegeven.
Tiny, 1943
Ze zet het raam open, de frisse wind waait naar binnen. In de verte klinken voetstappen. Daar komen ze weer, de mannen. Hun klompen zijn al in de verte te horen. Iedere dag marcheren ze door de straat. Ze heeft gehoord dat ze naar Witharen lopen, waar ze aan het werk zijn. Ze kijkt uit het raam en ziet de mannen voorbij komen. Ze zien er moe uit, denkt ze. En dat terwijl de dag nog maar net begonnen is. Ze heeft gehoord dat ze in de bossen op de Besthemerberg in een gevangenkamp zitten. Ze kan zich er weinig bij voorstellen. Ze heeft ook eigenlijk geen idee wat daar gebeurt. Een buurvrouw vertelde dat er in de Hamsgoren iemand had proberen te ontsnappen. De man was een huis binnen gerend en had zich proberen te verstoppen. Meteen stond het huis vol bewakers en de man werd meegenomen. Het zal je maar gebeuren. Daar zit ze niet op te wachten. Ze kijkt nog even uit het raam. Kom op, aan de slag. Ze gaat de bedden opmaken.
Maurits Godschalk, 1943
De Joodse Maurits Godschalk zat samen met zijn vrouw Leentje, zoon Jacob en schoondochter Judith ondergedoken in een afgelegen boerderij in Besthmen. Wanneer er gevaar dreigde gingen ze naar een schuilplaats in het bos. Toen er in november 1943 in de buurt van Ommen een vliegtuig neerstortte gingen de bewakers van het vlakbij gelegen kamp Erika op onderzoek uit. Zij troffen de familie Godschalk die op weg waren naar hun schuilplaats. Maurits probeerde te vluchten en werd neergeschoten. De andere gezinsleden werden opgepakt en direct naar Auschwitz gestuurd. Zes dagen later zijn zij daar om het leven gebracht. Maurits Godschalk is begraven op de Joodse begraafplaats in Ommen.
Hans, 1946
Hans schuift ongemakkelijk op zijn gevangenisbed heen en weer. Hij heeft slecht geslapen. Wat staat hem allemaal te wachten? Hij had nog nooit van Ommen gehoord toen hij het bevel kreeg naar Kamp Erika te gaan om daar de gevangenen te gaan bewaken. Hij deed wat hem werd opgedragen, natuurlijk deed hij dat. De bewakers in het kamp waren streng, dat is waar. Maar de mannen die gevangen zaten, waren niet voor niets gevangen genomen. Ze hadden allemaal de wet overtreden, het waren niet de braafste jongens van de klas. En nu was hij zelf gevangen gezet. Maar wat had hij dan verkeerd gedaan?
In 1942 verscheen er een krantenartikel waarin geschreven werd over de gruwelijke omstandigheden in kamp Erika. In januari 1943 bezochten vier rechters, verkleed als artsen, het ziekenhuis in Hengelo waar gevangen van kamp Erika opgenomen waren. Ze schrokken zo erg dat ze besloten alle gevangen uit het kamp over te plaatsen naar andere strafkampen, waar de bewakers minder streng waren.
Kamp Erika werd niet gesloten, maar kreeg nieuwe bewakers. De behandeling van de nieuwe gevangenen werd iets beter, maar bleef streng. Op 5 april 1945 werden de circa 450 gevangen die nog in kamp Erika waren op pad gestuurd. Lopend gingen ze naar Hoogeveen en vandaar door naar kamp Westerbork, een tocht van enkele dagen. Op 11 april werd Strafkamp Erika bevrijd.
Jan, 1943
Hoe laat zou het zijn? Klaas heeft geen idee van tijd. Het is donker en hij kan niet slapen. De man boven hem probeert zich om te draaien in zijn hangmat. Iemand snurkt en aan de andere kant van de barak hoort hij iemand huilen. Vanavond stond hij even bij Wouter te kijken die tekeningen maakt van het kamp. Hij zou willen dat hij zo kon tekenen, dan kon hij thuis laten zien wat er hier allemaal gebeurt. Alhoewel? Hoe zou hij de tekeningen kunnen versturen? Er staat hier geen brievenbus. Hij krijgt ook nooit post van thuis. Hij weet niet eens hoe het met zijn vrouw gaat. Durft hij thuis wel te vertellen wat er hier allemaal gebeurt? Zouden ze hem wel geloven? Hij denkt na over wat hij die middag zag gebeuren. Een bewaker sloeg met zijn geweerkolf zo hard op een van de gevangenen dat het geweer brak. Hoe kunnen mensen zo wreed zijn? Is dat wat oorlog met mensen doet? Hoe lang zou hij hier nog moeten blijven? Wat staat hem nog te wachten?
Hans, 1946
Het duurt lang voordat Hans wordt opgehaald naar de verhoorkamer. Hij krijgt veel vragen. Waarom was hij bewaker in kamp Erika geworden? Wat deed hij daar? Deelde hij ook straffen uit en hoe zwaar waren die? Wie had hem daartoe opdracht gegeven? Het duizelt hem allemaal. Toen hij in kamp Erika aan het werk was, leek het zo gewoon. Maar nu hij alle verhalen achter elkaar hoort klinkt het verschrikkelijk. Waren de straffen die de gevangenen kregen niet veel te zwaar geweest? Maar wat had hij anders gemoeten? Hij deed wat Diepgrond en Bikker hem vertelden te doen. Hij kreeg orders en wat als hij die niet had opgevolgd? Wat had hem dan te wachten gestaan? Tegelijkertijd begrijpt Hans heel goed dat hij fout zat. Dat het niet goed te praten is wat hij deed. Dat hij daarvoor straf verdiend. Maar hoe lang dan? Hoe lang zal het duren voordat hij zijn familie weer terugziet?
Direct na de bevrijding kreeg het kamp een andere naam, Bewaringskamp Erica, met een C. Nu werden de voormalige bewakers van kamp Erika hier gevangen genomen samen met andere Nederlanders die de Duitsers tijdens de oorlog hadden geholpen.
Vanaf 1948 is het terrein veranderd in een grote camping, camping De Besthemerberg. Een eenvoudig monument is het enige wat nog doet herinneren aan het strafkamp Erika.
Oorlog dicht bij huis – lesbrief – Kamp Erika inclusief bronbermelding
Overzicht beschikbaar digitaal lesmateriaal WOII PO